Veilig het natuurijs op

Veilig het natuurijs op

Als er een mooi laagje ijs op de plassen ligt, is de verleiding is groot om even uit te proberen of je erop kunt staan of om zelfs al de schaatsen onder te binden. Maar wanneer is het veilig? Vaak wordt er geschaatst op plekken waar eigenlijk niemand weet hoe dik het ijs is. Ook zijn er op goede stukken ijs ineens plekken, waarvan je niet weet of het verantwoord is om er overheen te schaatsen. Twijfel je? Neem dan geen risico. Ga je wel schaatsen? Denk dan aan de volgende dingen: 

Voorbereiding

  • Ga er nooit alleen op uit op natuurijs. Ga minimaal met z’n tweeën schaatsen en het liefst met een klein groepje. En laat het thuisfront weten waar je gaat schaatsen!
  • Stel je op de hoogte van de lokale ijssituatie. De kwaliteit van natuurijs verschilt per regio. Als je de locatie waar je gaat schaatsen niet kent, informeer dan bij de lokale ijsclub of je op het natuurijs in de buurt veilig kunt schaatsen. Of kijk op www.schaatsen.nl/natuurijs. Kom je onderweg andere schaatsers tegen, dan is het verstandig ook bij hen naar de omstandigheden van het ijs te vragen.
  • Neem touw, ijspriem, ijsstok en een fluitje mee. Met een ’Natuurijs Veiligheidsset’, bestaande uit een speciale ijspriem en een stuk touw, kun je jezelf uit een wak trekken of een ander helpen die door het ijs is gezakt. Met een ijsstok kun je de dikte van het ijs testen, en met het fluitje kun je op afstand mensen laten weten waar je bent en hulp nodig hebt.
  • Neem een mobiele telefoon en reserve kleding mee. Het is raadzaam om een mobiele telefoon en een extra set kleding mee te nemen, beide waterdicht verpakt in een dagrugzak. 

 

Op het ijs

  • Zorg dat je op ’goedgekeurd’ ijs schaatst. Ondergelopen stukken land, maar ook de landijsbanen van ijsclubs zijn de plaatsen waar snel ’veilig’ geschaatst kan worden. Op schaatsen.nl/natuurijs vind je welke natuurijsbanen open zijn.
  • Let op kleurveranderingen, randen en scheuren in het ijs. Bij kleurverandering van het ijs kan de kwaliteit van het ijs ook anders zijn. Wees bij aangevroren randen met een afwijkende (geelwitte) kleur bedacht op windwakken. Deze kunnen ook bij strenge vorst lang open blijven en een behoorlijke omvang hebben. Zijn ze toch dichtgevroren, dan kunnen ze een te dun laagje ijs hebben.
  • Let extra op bij bruggen, vogels, riet, waterplanten en overhangende takken. Bij bruggen, vogels, riet, waterplanten en overhangende takken van bomen is het ijs in de meeste gevallen onveilig.
  • Houd voldoende afstand van elkaar. Rijd nooit naast elkaar, maar altijd achter elkaar met voldoende (10 meter) tussenruimte. Je kunt dan beter zien wat er voor je aan de hand is met het ijs of bij plotselinge opstoppingen dan wel een valpartij voor je nog uitwijken. Schaats bovendien ook aan de goede kant en nooit tegen de stroom in.
  • IJs aan de walkant, vooral de kant waar de zon op schijnt, is altijd zwakker. Neem een grote stap als je van de wal het ijs op stapt en kijk waar anderen veilig het ijs opgegaan zijn.
  • Wees altijd op je hoede voor windwakken. Vaak worden windwakken aangegeven door een rand, die een andere kleur (geelwit) heeft. Pas bij een laagstaande zon extra op, want dan raak je snel verblind, waardoor je de randen van een windwak nauwelijks of te laat ziet.
  • Wees extra waakzaam bij mist. Je gaat echt de ’mist’ in als je de situatie op het ijs en bij gebrek aan uitzicht niet goed overziet: je hebt vaak onvoldoende zicht op grote wakken en zwakke plekken van het ijs.
  • Zorg dat je voor het donker thuis bent. In het donker schaatsen is per definitie levensgevaarlijk. Je kunt slecht en zwak ijs niet herkennen en mocht je door het ijs zakken, dan kun je je in het donker niet of slecht oriënteren.
  • Ga nooit schaatsen op ijs waar sneeuw op ligt. Als er sneeuw is gevallen en het ijs niet is geveegd, is het levensgevaarlijk om te gaan schaatsen. Ben je onder het ijs gekomen en ligt er geen sneeuw op het ijs, zwem dan naar de donkere plek, hier ben je door het ijs gegaan. Ben je onder het ijs gekomen en is het besneeuwd, dan moet je naar het lichte gedeelte zwemmen.
     

Veel plezier!

Bron: KNSB